De bizon
De bizon is een massief gebouwd runddier die als
ze volwassen zijn rond de 1300 kg kunnen wegen. Deze bizons hebben dan een
hoogte van ongeveer 1,80 meter hoog. Op zijn kop, nek, schouders en een deel van
hun voorpoten heeft de bizon een hele hoop haren. Het voorhoofd van de bizon is
breed en aan beide kanten heeft hij
een
horen zitten.
Seizoentrek
Voortplanting Zinloze slachting In
het verleden hebben er ongeveer 50 miljoen bizons rondgezworen in Noord-Amerika.
De bizons werden in Noord Amerika buffels genoemd. Ze vormden de grootste
bevolking aan grote zoogdieren van een soort, die de aarde ooit gekend heeft. Ze hadden weinig natuurlijke vijanden, alleen de Indianen maakten
met pijl en boog jacht op hen. Maar de Indianen doodden nooit meer dan ze voor
hun eigen levensonderhoud nodig hadden. Het werd echter heel anders, toen kort
na 1800 de eerste Europese ontdekkingsreizigers vaste voet in Amerika begonnen
te krijgen. Grote drommen kolonisten die naar Amerika trokken om daar hun geluk
te proeven en één ding voor
ogen hadden: zo snel mogelijk rijk worden. Ze verstoorden het evenwicht tussen
natuur en de mens.
De kolonisten brachten paarden en geweren mee. Dat was nog eens wat anders dan
jagen te voet met pijl en boog! Bij duizenden werden de bizons neergeschoten, en
de huiden van de bizons werden voor veel geld in Europa verkocht. De handel in
de huiden bloeide, maar steeds meer bizons stierven. Ander bedreiging was de
spoorwegmaatschappijen. Vaak liepen de spoorwegen midden door de gebieden waar
de bizons nog in betrekkelijke rust konden grazen. Bizons hebben de
eigenaardigheid in zeer grote kudde te leven. Die kudden waren hinderlijk bij
het aanleggen van de spoorwegen. Ze vernielden vaak de rails en soms zelfs
dwongen ze treinen midden in de prairie tot stilstand. De jacht op de bizon werd
in verhevigde mate voortgezet. De spoorwegmaatschappijen waren de aanstichters.
In 1893 kwamen in Noord-Amerika nog slechts 500 bizons in het wild voor. Zeven
jaar later was ook dat uitgeroeid. Ook de Europese bizon daalde over een periode van enkele eeuwen geleidelijk in
aantal omlaag. De reden daarvoor was dat de mensen (houthakkers) de bossen
waarin de bizon leefde vernietigden. Tegenwoordig leven de meeste niet meer in het wild uitgezonderd van de nationale parken, maar worden ze gefokt op ranches. Naast koeien worden bizons steeds meer gebruikt bij training van cutting. Met bizons kun je een jaar werken terwijl er met koeien maar een maand mee te werken is, want daarna kennen ze het spelletje en hebben ze geen respect meer voor het paard. Ook in Europa worden bizons gefokt, “Bison d’Ardenne te Bastogne”. Vandaar dat steeds meer cutting-stallen met bizons werken.
|