Showmanship at Halter
Bij
showmanship at halter wordt niet naar het exterieur van het paard gekeken, maar
naar degene die het paard voorbrengt.
De jury zal een bepaald pattern voorschrijven welke de combinaties na elkaar
moeten uitvoeren. Bij dit onderdeel staat iedereen opgesteld in de arena.
De beoordeling betreft de volgende zaken: Voorbrengen van het paard,
Totaalbeeld, Verzorging van het paard, Uitrusting, Presentatie van het paard,
Manier van tonen van het paard in stilstand en beweging en de Alertheid.
Hunter under Saddle
Deze
klasse is een Engels onderdeel in de Westernsport. Zowel de kleding van de
ruiter als het harnachement van het paard zijn uit de Engelse rijstijl.
Hoewel het lijkt op het onderdeel Pleasure worden de gangen in de engelse naam
benoemd en wel walk, trot, extended trot en canter.
Bij trot wordt op het buitenbeen licht gereden in tegenstelling tot de Western
Pleasure jog, waarbij de ruiter blijft doorzitten.
In de klasse Hunter under Saddle dient het paard voorwaarts gereden te worden,
waarbij gehoorzaamheid, werkwilligheid en een vriendelijke uitdrukking van het
paard beoordeeld worden.
Western Pleasure
Western
Pleasure is een van de meest populaire onderdelen voor de deelnemers, hoewel het
voor het publiek wat minder spectaculair is.
Een combinatie laat zien wat de kwaliteiten van een western paard zijn: rustig
gedrag en toch directe reacties op hulpen van de ruiter. Door de jury worden de
overgangen stap (walk), draf (jog of trot) en galop (lope) beoordeeld en de
houding van ruiter en paard.
De deelnemers komen gezamenlijk in de arena en moeten aan de wand blijven of op
de binnenhoefslag. Je mag geen cirkels rijden of de arena oversteken. De drie
verschillende gangen worden getoond op zowel de linker- als de rechter-hand. De
jury kan ook een uitgestrekte gang vragen. Als de jury twijfelt tussen de hoogst
geplaatsten kan deze ook de gang achterwaarts vragen van de betreffende
deelnemers.
De ruiter blijft in het zadel, tenzij de jury het hoofdstel en zadel wil
controleren. Combinaties worden gestraft voor een te hoge snelheid, verkeerde
gang op het gevraagde moment, verzet van het paard, te diepe of te hoge
halshouding van het paard of break of gate (uit de betreffende gang
vallen). Het paard moet aan een losse teugel gereden worden, zonder overmatige
of storende correcties van de ruiter.
Bij het commando reverse maken de deelnemers een draai van 180 graden
van of op de hoefslag. Ook tijdens de stap of de draf kan dit commando gegeven
worden. (Niet tijdens de galop).
De ruiter mag een junior paard (tot en met 5 jaar) op twee handen rijden op een snaffle
(trens) of bosal (hackamore).
Een paard van 6 jaar of ouder moet op een shank bit (stangbit) gereden
worden, met één hand en de ruiter mag deze tijdens de wedstrijd niet
overpakken in de andere hand.
Western Horsemanship
De
klasse Western Horsemanship bestaat uit twee onderdelen. Alle ruiters worden in
de arena verwacht, waar ze zich moeten opstellen op de korte zijde.
Het eerste gedeelte is individueel, waarbij een gevraagde proef (pattern)
gereden moet worden. In deze proef wordt gevraagd om de galop (zowel de linker
als de rechter galop), stops, back-up (achterwaarts), een draai om de achterhand
en cirkels.
In het tweede gedeelte worden alle ruiters gevraagd om zich in walk (stap) op de
hoefslag te begeven en zal de jury nog een stukje pleasure vragen. De bedoeling
hiervan is dat de jury bij twijfel om de plaatsing een betere beslissing kan
nemen.
Het horsemanship gedeelte telt voor 80% en het pleasure gedeelte voor 20% bij de
beoordeling.
Het doel van Western Horsemanship is te kijken wat de ruiter kan en niet wat de
kwaliteiten van het paard zijn.
De jury kijkt naar de teugelhulpen en de algemene houding van handen, armen,
benen en lichaam. Het geheel moet relaxed overkomen, zonder onnodige hulpen of
verschuivingen van de zit.
Horsmanship is alleen een onderdeel voor jeugd-, amateur-ruiters en beginners.
Trail
Trail
betekent spoor, een spoor in de vrije natuur. Trail rijden staat dus voor het
volgen van een spoor in de vrije natuur. Hierbij wordt van het paard verwacht
dat het in staat is om verschillende hindernissen te nemen, zoals een omgevallen
boom, een riviertje, een hekje enz.
Ook moet het volledig vertrouwen hebben in de ruiter en niet schrikken van een
vreemd geluid, object e.d.
De Trail klasse bestaat dan ook uit hindernissen, waarbij verplicht zijn :
-
een
hek, wat geopend en gesloten moet worden nadat de combinatie er door is
gereden;
-
balken
waar het paard over moet stappen zonder deze aan te raken;
-
een
houten brug waar het paard over heen moet lopen zonder verzet;
-
het
achterwaarts gaan volgens een bepaald patroon (vaak een L-vorm).
Andere
hindernissen kunnen gekozen worden van een lijst, waaronder een sloot, het
vervoeren van een object en diverse andere hindernissen waarbij achterwaarts en
zijwaarts gevraagd wordt.
Een
goede Trail-combinatie gaat feilloos door elk landschap.
Reining
Reining
is een onderdeel, dat je het best kunt vergelijken met de Engelse dressuur.
Belangrijk is dat je paard steeds ontspannen is en geen verzet toont (mond open,
onrustig met het hoofd) en dat je met lange teugels rijdt, waarbij je toch
continue een goede controle over je paard hebt.
In totaal zijn er 10 patterns, waaruit gekozen kan worden door de jury. Deze
bestaan uit:
-
cirkels;
een grote snel, een kleine langzaam en andersom. Dit noemen we speedcontrol.
-
galopwissels
(changementen).
-
stops
(sliding stops).
-
rollbacks
(snelle draai om de achterhand van 180 graden).
-
spins
(vliegende draai om het binnenachterbeen, waarbij de voorbenen ruim
overstappen).
-
hesitate
(aarzeling/stil staan).
De
deelnemende combinaties leggen de proef één voor één af. Iedere beweging
buiten de controle wordt als fout beoordeeld. Bij soepele, mooie, snelle en
foutloze uitvoeringen krijgt men pluspunten. De basis van de puntenverdeling
ligt tussen 60 en 80, waarbij 70 het gemiddelde is.
Diskwalificatie
volgt bij:
-
overspinnen:
meer dan 1/4 spin;
-
gebruik
van verboden uitrusting;
-
opzettelijke
mishandeling van het paard in de arena;
-
gebruik
van de teugel als zweep;
-
meer
dan een vinger tussen de teugels bij split reins en meer dan een vinger
tussen de teugels bij een romal;
-
beide
handen aan de teugel (de vrije hand mag na de spin gebruikt worden om de
teugels te verlengen indien daardoor geen beïnvloeding van het paard
plaatsvindt);
-
val
van ruiter of paard;
-
twee
weigeringen bij een manoeuvre.
Er
zijn vaste richtlijnen voor het geven van plus- en minpunten.
Na afloop moet de ruiter naar de jury toe stappen, zodat deze, indien gewenst,
het hoofdstel kan verwijderen om het bit te inspecteren.
Versatile Horse
Versatile
Horse is een samenvoeging van de klassen Trail, Western Riding, Pleasure en
Reining. De klasse is uitsluitend toegestaan voor paarden van 5 jaar en ouder,
gereden met bit en éénhandige teugelvoering.
Het voorgeschreven parcours bestaat uit een Trail gedeelte, een Western Riding
gedeelte met een vliegende galopwissel op de lange zijde, een Pleasure gedeelte
met o.a. een uitgestrekte draf, en een Reining gedeelte met cirkels, stops en
spins.
Working Cowhorse
Bij
Working Cowhorse kunnen combinaties laten zien wat ze waard zouden zijn op een
echte ranch. De paarden moeten snel kunnen draaien, snel stoppen, makkelijk
galopperen en vlug op snelheid kunnen komen. Het moet ook laten zien dat het de
acties van het rund ziet, en altijd alert is op onverwachte bewegingen van het
dier. De jury ziet graag een paard wat zelf initiatief neemt en goede manieren
heeft. Daarbij moet het snel reageren op de hulpen met de teugel, en dus een
zachte mond hebben.
Working Cowhorse bestaat uit twee onderdelen namelijk het Dry Work, hetgeen te
vergelijken is met het onderdeel reining.
Het tweede gedeelte heet Fence Work, dit is het werken met de koe.
1. Er komt één rund in de arena die de combinatie vervolgens op de korte zijde
moet houden om te tonen dat het paard cowsense heeft; dit wil zeggen dat het
paard het rund in de gaten houdt en met het rund wil meebewegen. Dit op de korte
zijde houden wordt boxing genoemd.
2. Vervolgens laat de combinatie het rund op de lange zijde komen. Belangrijk
hierbij is dat je duidelijk laat zien dat jij beslist dat je het rund op de
lange zijde wilt hebben.
Hierna volgt het afstoppen; je moet minstens 1x naar links en 1x naar rechts het
rund afstoppen en in de andere richting weer voorwaarts laten gaan. Het
afstoppen mag ook meerdere keren gebeuren.
3. Het derde onderdeel bestaat uit het cirkelen van het rund. Dit moet minstens
1x linksom en 1x rechtsom. De bedoeling is dat je paard en het rund schouder aan
schouder lopen. Voor dit alles staat een maximum tijd van 2 minuten.
Cutting
Cutting,
het afscheiden van een rund uit de kudde en deze afgescheiden houden, is in het
echte werk van de cowboy noodzakelijk wanneer ze de dieren apart behandeld
moeten worden, bijvoorbeeld voor het brandmerken of het toedienen van
medicijnen.
Mits goed gedaan is het een heel spectaculair onderdeel. De paarden moeten een
enorme hoeveelheid cowsense (gevoel voor vee) hebben. Ze moeten veelal op eigen
initiatief hun werk doen.
De paarden moeten slimmer en sneller zijn dan het vee, en dus ook lichamelijk
heel wat in huis hebben.
In de arena wordt een kleine kudde vee losgelaten, die door één combinatie van
ruiter en paard wordt gesetteld. (The herd is settled = De kudde staat rustig
bij elkaar.)
Paarden met ruiters lopen ook in de arena en iedereen krijgt de tijd om aan
elkaar te wennen. Dan pas komt de ruiter met zijn cuttingpaard om het
wedstrijdelement uit te gaan voeren. Hij rijdt de kudde in en zoekt, zonder de
andere dieren onrustig te maken, een kalf uit. Hij scheidt deze van de groep, en
als andere dieren meelopen, dan zijn daar de "helpers", om de rest van
de kudde bij elkaar te houden en eventueel dieren terug te drijven.
Heeft de deelnemende combinatie een dier vóór zich, dan begint het echte werk
van het cuttingpaard.
Het kalf probeert terug te gaan naar de kudde en het cuttingpaard weerhoudt hem
daarvan. Zodra de ruiter de teugels neergelegd heeft mag hij deze niet meer
oppakken om het paard te corrigeren. Het paard moet het kalf gescheiden houden
van de kudden! Hij volgt elke beweging en blijft steeds de gang terug naar de
kudde blokkeren. Met ogen en oren gericht op het kalf, springt het paard van
links naar rechts. De ruiter gaat mee met de bewegingen van het paard en hindert
deze zo min mogelijk.
Het hangt erg van de acties van het kalf af, in welke mate het paard zijn akties
kan laten zien. Maar een ruiter mag alleen van kalf ruilen als deze stopt of van
de combinatie wegdraait.
De combinatie krijgt twee en een halve minuut de tijd om hun kunnen te showen,
en mag gedurende die tijd hooguit drie dieren uitzoeken.
De combinatie krijgt hulp van vier andere "helpers": twee Turnbacks en
twee Herd Holders, die proberen het werk voor de cutting combinatie zo makkelijk
mogelijk te maken, door de kudde niet uiteen te laten vallen.
De jury geeft een beoordeling van de acties van de deelnemende combinatie met
een puntenaantal tussen de 60 en 80. Het spreekt voor zich, dat naast de
kwaliteiten van paard en ruiter, ook geluk een rol speelt, in de zin van het
gedrag van het kalf en het werk van de "helpers".